Communiceren met een doorkijkraam
Een doorkijkraam is voor sommige kinderen die niet of nauwelijks kunnen praten (spreken) een belangrijk hulpmiddel. Een doorkijkraam helpt hen om te communiceren door middel van oogbewegingen. Het kan een eerste stap zijn richting het gebruik van een oogbestuurde spraakcomputer. Het is ook een mooi aanvullend alternatief als de oogbesturing leeg is of defect.
Leren communiceren met je blikrichting
Voor sommige kinderen die niet of nauwelijks kunnen spreken, is het belangrijk dat ze leren communiceren door naar dingen te kijken. Ze ontdekken en ervaren dat hun omgeving reageert op waar ze naar kijken.
Als het kind langer en duidelijker naar iets kijkt, wordt dat beloond met een reactie van hun omgeving. Zo leren ze dat ze iets kunnen zeggen met hun ogen. Dit is een nieuwe taal, een "ogentaal". Ze moeten leren dat langer naar iets kijken iets betekent. Dit is nieuw en wennen!
Voor familie en vrienden is het ook een nieuwe taal. Wat betekent langer naar iets kijken? En hoe reageer je daarop? Bij Milo spreken de behandelaar ondersteunde communicatie (OC-behandelaar) en het sociale netwerk van het kind uitgebreid hierover. Samen naar video's van het kind kijken, kan helpen om antwoorden te vinden. Het is net als het leren van een vreemde taal. Een goede leraar die de nieuwe taal modelleert (voordoet), is erg belangrijk.
We nemen Elise als voorbeeld. Ze heeft een ontwikkelingsachterstand en spreekt nauwelijks. Ze lijkt goed gericht te kunnen kijken. Ze gaat met een doorkijkraam oefenen met mensen die ze kent. Ze ziet hun gezichten door het raam en ziet hoe zij reageren op waar zij naar kijkt.
Gebruik het doorkijkraam in vaste situaties
Door het doorkijkraam in vaste situaties te gebruiken, kan Elise wennen aan deze nieuwe manier van communiceren. Samen met de ouders van Elise is gekozen om het doorkijkraam te gebruiken tijdens het eten. Het doorkijkraam komt op tafel met foto’s van jam en vleeswaren. Zo kan Elise oefenen met kiezen wat ze op haar brood wil. Ook bij de dagbesteding gebruiken ze het doorkijkraam tijdens het eten.
Elise kan naar de foto kijken van het beleg dat ze wil. Haar ouders zeggen hardop waar Elise naar kijkt. Elise kan door het raam direct oogcontact maken, terwijl haar moeder vertelt wat ze ziet. Zo ontstaat een levendig gesprek en een natuurlijk spel van vraag en antwoord. Het is fijn voor Elise dat ze de ogen van de ander makkelijk kan vinden door het doorkijkraam.
Betekenisverlening toetsen
De OC-behandelaar heeft gekeken of Elise betekenis kan geven aan foto’s. Gelukkig kan ze dat. Maar soms kijkt Elise naar de jam, terwijl ze dat meestal niet lekker vindt. Haar ouders twijfelen dan of ze echt kiest en of ze jam op haar brood moeten doen. In overleg met de behandelaar besluiten ze dit wel te doen.
Ouders benoemen waar Elise naar kijkt en geven haar stukjes brood met jam. Zo leert Elise dat haar keuze gevolgen heeft, soms leuk en soms minder leuk. Als Elise het brood met jam weigert door haar hoofd weg te draaien, zeggen ouders dat ze de jam niet lekker vindt en geven haar een nieuwe keuze.
Elise’s blik is soms kort. Ouders twijfelen of ze haar blik altijd goed begrijpen. De OC-behandelaar helpt de ouders hierbij en vergelijkt het met de ontwikkeling van peuters. Peuters roepen ook wel eens zomaar iets of zeggen vaak “nee”. En ouders maken ook fouten. Door de gevolgen te ervaren, leren peuter en ouder elkaar beter begrijpen. Zo werkt het ook met het doorkijkraam.
Sluit aan bij wat het kind leuk vindt
Bij het kiezen van situaties om het doorkijkraam te gebruiken, wordt gekeken naar wat het kind leuk vindt. Als een kind van muziek houdt, kan het kiezen tussen twee favoriete instrumenten. Kinderen die van bellen blazen houden, kunnen kiezen tussen bellen blazen of naar een snoezellamp kijken. Sommige kinderen reageren beter als er kleine voorwerpen aan het doorkijkraam hangen waaruit ze kunnen kiezen. Voor anderen werken foto’s of pictogrammen beter. Het is belangrijk om de tijd te nemen om te ontdekken wat het beste past bij het kind.
Modelleren door het sociale netwerk
Het is heel belangrijk dat mensen uit het sociale netwerk het goede voorbeeld geven door te modelleren (voordoen). Zij laten zien hoe je kunt praten met voorwerpen of afbeeldingen. Ze “ondertitelen” wat ze zeggen door naar voorwerpen of afbeeldingen te wijzen. Door dit steeds te doen, leert het kind stap voor stap wat de afbeeldingen of voorwerpen betekenen. In het begin vinden ouders dit vaak lastig. Daarom helpen onze OC-behandelaars het sociale netwerk om dit goed te doen.
Communiceren over de keuzes van het kind
Voor ouders is het vaak moeilijk om te weten of ze de keuzes van het kind goed begrijpen. Het lijkt dan logisch om snel te beginnen met het aanleren van “ja” en “nee”. Maar “ja” en “nee” zijn erg moeilijke begrippen voor veel kinderen. Het kiezen tussen echte voorwerpen of activiteiten is vaak een betere eerste stap.
Bij de behandeling van Elise vraagt het leren van “ja” en “nee” om veel oefenen en goede voorbeelden. De ouders en groepsleiding hebben afgesproken dat als Elise oogcontact maakt voor of nadat ze naar een afbeelding heeft gekeken, dit als “ja” wordt gezien. Dit wordt dan duidelijk aan Elise gezegd. Bijvoorbeeld: “Je kijkt naar de gitaar en naar mij, jij zegt: “ja, ik wil gitaar spelen!”” De afbeeldingen voor “ja” en “nee” worden aangewezen door de ouders en groepsleiding als ze deze zelf zeggen of als zij denken dat Elise dit bedoelt.
Meer keuzemogelijkheden
Als Elise gewend is aan het kiezen tussen twee voorwerpen in verschillende situaties, worden de keuzemogelijkheden uitgebreid naar vier tot zes opties. Een van de eerste nieuwe opties is de “escape”. Bovenaan het doorkijkraam komt een pictogram voor “iets anders”. Hoewel Elise in het begin bijna nooit bewust voor deze optie kiest, wordt deze toch al snel toegevoegd. Soms kijkt Elise er per ongeluk naar. Onze OC-behandelaar legt aan de ouders uit hoe belangrijk het is dat Elise ook hiermee leert oefenen. Dit zijn de eerste stappen om te leren vragen naar dingen buiten de directe situatie.
De OC-behandelaar overlegt regelmatig met de ouders en andere betrokkenen. Welke keuzes zijn belangrijk in hun gezin? Wat zijn de eerste waardevolle keuzemomenten voor Elise? Als eten een belangrijk moment is in hun gezin, wordt daarbij aangesloten. Ze bespreken ook de momenten waarop Elise veel plezier lijkt te hebben.
Belangrijke aandachtspunten
Het is belangrijk om voorzichtig te zijn met het steeds vragen naar bevestiging van de keuzes van Elise, zoals: “Wil je echt jam op je brood?” Dit kan het natuurlijke spel in de interactie verstoren en kan leiden tot een patroon van alleen maar gesloten vragen.
Ook is het belangrijk om te letten op wat er gebeurt als Elise “nee” zegt. Is het dan meteen duidelijk wat er wel gaat gebeuren? Het is ook belangrijk dat een “nee” niet direct het einde van het gesprek betekent, maar juist een nieuwe kans biedt voor andere mogelijkheden.