OASID een instrument voor de diagnostiek van autismespectrumstoornis in personen met een verstandelijke beperking en een visuele beperking of doofblindheid

Waar gaat dit onderzoek over? 

Dit onderzoek richt zich op de psychometrische eigenschappen van OASID, dat wil zeggen hoe betrouwbaar en valide het instrument is. De betrouwbaarheid is bepaald door twee beoordelaars dezelfde persoon te laten beoordelen en door dezelfde beoordelaar twee keer dezelfde persoon te laten testen.

Om te bepalen of OASID meet wat het zegt te meten, werd OASID vergeleken met de Pervasive Developmental Disorder for People with Mental Retardation (PDD-MRS) en de Childhood Autism Rating Scale, tweede editie (CARS-2).

Hoe is het onderzoek uitgevoerd?

Aan dit onderzoek hebben zestig personen met een verstandelijke beperking in combinatie met een visuele beperking en/of doofblindheid deelgenomen. De OASID-beoordeling werd gedaan door drie personen, los van elkaar. Door middel van overeenstemming tussen experts werden er drempelwaarden voor OASID gecreëerd.

Welke conclusies komen uit dit onderzoek?

De intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid, de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid, de interne consistentie en de overeenstemming met instrumenten die vergelijkbaar gedrag meten als OASID waren goed tot uitstekend. Drempelwaarden werden vastgesteld op basis van criteria uit de DSM-5. OASID kan onderscheid maken tussen vier ernstniveaus van autismespectrumstoornis.

Wat betekent dit voor ouders en professionals? 

Er is nu een onderzoeksmiddel om autismespectrumstoornis vast te stellen bij mensen met meervoudige beperkingen, waarbij uitgesloten kan worden dat symptomen van autisme veroorzaakt worden door verstandelijke of zintuiglijke beperkingen.