De ontwikkeling van een screenings­instrument voor de onderliggende kerndomeinen van communicatieve competentie bij kinderen met communicatief meervoudige beperkingen

Geschreven door

Bij Milo kijken we naar de communicatieontwikkeling van kinderen met communicatief meervoudige beperkingen (CMB). We letten op verschillende belangrijke ontwikkelingsgebieden die samen zorgen dat communicatie en taal zich ontwikkelen en organiseren in het brein en gedrag. Deze gebieden, waaronder aandacht, waarnemen, geheugen, cognitie (denken), oriëntatie, sociaal-emotionele vaardigheden, adaptatie, en motoriek (bewegen), werken samen en beïnvloeden elkaar. Door te begrijpen hoe sterk een kind in elk gebied is, kunnen we de juiste ondersteunde communicatie (OC), zoals spraakcomputers of gebaren, kiezen bij het opzetten van passende begeleiding.

Om dit beter in kaart te brengen, hebben we een vragenlijst ontwikkeld. Deze lijst geeft een eerste indruk van de sterke en minder sterke punten van een kind. De vragenlijst is altijd onderdeel van een grotere, uitgebreide beoordeling. Het helpt ons niet alleen bij het in kaart brengen van de ontwikkeling, maar vooral om te zien hoe we het kind het beste kunnen ondersteunen.

Details over het onderzoek

Onderzoekers:
Stijn Deckers, Marieke van Onna, Elske Gros en Hans van Balkom
Publicatiedatum:
2024
Publicatie:
Augmentative and Alternative Communication
Titel:
Developing a screening instrument for underlying core domains of communicative competence in children with communication support needs

Waar gaat dit onderzoek over?

Bij Milo werken we met het Communicatie Competentie Profiel (CCP). We kijken naar de communicatieve ontwikkeling van kinderen met communicatief meervoudige beperkingen vanuit een zogeheten 'socio-neurocognitief redeneermodel'. 

Dit onderzoek richt zich op het ontwikkelen van een screeningsinstrument om de kerndomeinen van communicatieve competentie bij kinderen met behoefte aan communicatieondersteuning in kaart te brengen. Het screeningsinstrument is ontworpen om inzicht te geven in sterkten en zwakten binnen domeinen zoals aandacht, perceptie, geheugen, cognitie, oriëntatie, socio-emotionele ontwikkeling, motoriek en taal.

Communicatie en taal ontstaan in de hersenen en uiten zich in ons gedrag. Ze staan niet op zichzelf en hebben geen vaste plek in ons brein. Ze zijn het resultaat van een neuraal netwerk van op elkaar afgestemde kerndomeinen. Deze kerndomeinen ontwikkelen zich tot knooppunten in een complex netwerk van verbindingen tussen zenuwcellen in het brein. Er zijn negen kerndomeinen. 

Hoe is het onderzoek uitgevoerd? 

Het onderzoek bestond uit drie studies: 

  1. Ontwikkeling van het instrument 

    We hebben een uitgebreide vragenlijst opgesteld op basis van ontwikkelingstheorieën, bestaande testen, observatie-instrumenten en vragenlijsten. Deze uitgebreide lijst is voorgelegd aan experts om te beoordelen of de lijst volledig was. Vervolgens hebben ouders van zich normaal ontwikkelende kinderen en kinderen met downsyndroom de lijst ingevuld. Met behulp van statistiek en theorie is de lijst ingekort. 

  2. Vaststellen van de betrouwbaarheid en validiteit 

    We hebben gekeken naar de betrouwbaarheid en validiteit. Hiervoor is de verkorte lijst opnieuw voorgelegd aan ouders van zich normaal ontwikkelende kinderen. 

  3. Toepassen en valideren van het instrument

    Voor het toepassen en valideren van het instrument bij kinderen met communicatief meervoudige beperkingen in een klinische setting is de lijst bij Milo in de praktijk ingezet. Er is gekeken naar de samenhang tussen scores op het screeningsinstrument en andere instrumenten die de communicatieve ontwikkeling in kaart brengen, zoals de Communication Matrix (CM). 

  • Betrouwbaarheid betekent dat een test of onderzoek steeds hetzelfde resultaat geeft als je het herhaalt onder dezelfde omstandigheden. Stel je voor dat je een weegschaal gebruikt: als die bijvoorbeeld 5 keer achter elkaar hetzelfde gewicht aangeeft, is de weegschaal betrouwbaar. Bij Milo betekent betrouwbaarheid dat we erop kunnen vertrouwen dat de resultaten van een test of observatie consistent zijn. 

     

  • Validiteit gaat over of het onderzoek meet wat het zegt te meten. Een weegschaal die jouw gewicht aangeeft is bijvoorbeeld geldig, maar als hij je lengte meet in plaats van je gewicht, is hij niet geldig. Bij Milo betekent validiteit dat de tests en methoden die we gebruiken echt meten wat belangrijk is voor de communicatieontwikkeling van een kind. Zo weten we zeker dat we communicatieve vaardigheden meten, en niet iets heel anders.

Welke conclusies komen uit dit onderzoek?

Het screeningsinstrument biedt een betrouwbare en valide manier om de kerndomeinen van communicatieve competentie te meten, met positieve resultaten in zowel typische ontwikkelingsgroepen als kinderen met communicatief meervoudige beperkingen. Het instrument kan in de praktijk waardevolle inzichten bieden in de sterke en zwakke kerndomeinen van kinderen met complexe communicatiebehoeften.

Wat betekent dit voor ouders en professionals? 

Het screeningsinstrument biedt ondersteuning bij het in kaart brengen van de communicatieve ontwikkeling. Het kan (en moet!) ingezet worden in een geheel aan werkwijzen, observaties, interviews en testen en vragenlijsten om zicht te krijgen op de ontwikkeling van kinderen met communicatief meervoudige beperkingen. Het screeningsinstrument geeft een indruk van hoe het kind ontwikkelt op de verschillende kerndomeinen. Dit geeft richting aan het bepalen van verder (dynamisch) assessment. 

Ook kan de lijst gebruikt worden om ontwikkeling over langere tijd in kaart te brengen. In een vervolgonderzoek wordt momenteel gekeken of de lijst hier daadwerkelijk voor geschikt is (sensitief genoeg is). 

Lees onze andere onderzoeken