Communicatief meervoudige beperking

Mensen met een communicatief meervoudige beperking (CMB) hebben veel moeite met communicatie en taal. Vaak praten ze niet of nauwelijks, als gevolg van een combinatie van verstandelijke, zintuiglijke en/of motorische beperkingen. Het gaat om een diverse groep, waarbij individuen onderling sterk verschillen. Desondanks delen ze allemaal moeilijkheden met taal en communicatie. 

Bij een communicatief meervoudige beperking kunnen zowel aangeboren als verworven stoornissen een rol spelen. Bij aangeboren stoornissen ontstaat de beperking voor of bij de geboorte, zoals bijvoorbeeld bij cerebrale parese, of is deze het gevolg van erfelijke afwijkingen, zoals bij het downsyndroom en het Angelman syndroom. Verworven stoornissen manifesteren zich op latere leeftijd als gevolg van ziekten of ongevallen, zoals traumatisch hersenletsel (THL), hersentumoren, ALS en MS. Soms is er sprake van autisme (ASS).

Alternatieven voor taal 

Wij werken vanuit de overtuiging en ervaring dat iedereen wil communiceren. Als communicatie niet via spraak tot uiting komt, vind je altijd alternatieve wegen. We zien alle gedrag als potentieel communicatief. Het is aan de omgeving om het gedrag waar te nemen en te begrijpen. Hier hebben we ouders en professionals voor nodig. Communicatie en taal zijn ook mogelijk zonder te praten. 

Taal dat niet tot spraak komt, vindt in communicatie altijd een uitweg

Belang van omgeving

Belemmeringen in de communicatie heb je nooit alleen. Je ervaart ze altijd samen met de directe omgeving. De omgeving is deel van het probleem, maar ook deel van de oplossing. Het is belangrijk om zo vroeg mogelijk te beginnen met ondersteunde communicatie, taal en geletterdheid. Hierbij mag je hoge, maar realistische verwachtingen hebben. Bij Milo betrekken we de omgeving intensief bij al onze behandelprogramma's. 

Hoe kunnen we met elkaar praten (communiceren)?

Communiceren kan op verschillende manieren. Met gesproken taal, maar ook met gebaren, beweging en muziek. Daarnaast kunnen ook hulpmiddelen ingezet worden, denk aan plaatjes (pictogrammen), spraakknoppen (om een woord of bericht in te spreken), spraakcomputers (bijvoorbeeld een iPad) en oogbesturing. Dit alles zijn vormen van ondersteunde communicatie, vaak afgekort als OC. 

Saar en zus Philein