Taal en communicatie in mensen die doofblind zijn

Geschreven door

De ontwikkeling van taal en communicatie bij mensen die doofblind zijn, vereist speciale onderwijsmethoden. Deze moeten passen bij hun niveau van denken, functioneren, interesses en zintuiglijke waarneming. Ook moeten ze reacties uitlokken die passen bij hun taal- en motorische vaardigheden. Het is belangrijk dat deze methoden ook aansluiten bij de taal en communicatie van de mensen om hen heen. Dit is geen onderzoek, maar een hoofdstuk dat gaat over al deze verschillende aspecten van taal en communicatie bij kinderen die vanaf hun geboorte doofblind zijn en bij mensen die later doofblind zijn geworden. Het legt ook uit hoe we toegang tot communicatie en taal beter mogelijk kunnen maken, inclusief diagnostiek, ondersteunde communicatie (OC) en opleiding voor professionals.

Details over het onderzoek

Onderzoeker:
Mathijs Vervloed
Publicatiedatum:
2016
Co-auteur:
Saskia Damen
Publicatie:
The Oxford Handbook of Deaf Studies in Language
Volledige referentie:
Vervloed, M.P.J. & Damen, S. (2016). Language and communication in people who are deafblind. In M. Marschark & P. E. Spencer (Eds.) The Oxford Handbook of Deaf Studies in Language (pp. 325-343). New York: Oxford University Press.

Waar gaat dit onderzoek over? 

Het hoofdstuk beschrijft wetenschappelijke inzichten en praktijkervaringen in het begeleiden van mensen die doofblind zijn.

Hoe is het onderzoek uitgevoerd?

Het is een literatuuroverzicht en een opsomming van klinische en praktijkervaringen.

Welke conclusies komen uit dit onderzoek?

Het hoofdstuk is beschrijvend van aard. Er wordt geen vraagstelling beantwoord maar uitleg gegeven over wat bekend is over het opvoeden en begeleiden van mensen die doofblind zijn.

Wat betekent dit voor ouders en professionals? 

Dit hoofdstuk geeft een kort overzicht van de uitdagingen bij het opvoeden en begeleiden van mensen die doofblind zijn. Communicatie is vooral gericht op de tast, omdat horen en zien niet voldoende werken voor gesproken taal en gebarentaal. Het bespreekt ook hoe het verlies van zien en horen invloed heeft op informatie verwerken, communiceren en omgaan met anderen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen aangeboren en later verkregen doofblindheid. Voor hulpverleners worden diagnostische instrumenten besproken om de ontwikkeling van mensen met doofblindheid in kaart te brengen. Het hoofdstuk eindigt met uitleg over ondersteunde communicatie en hoe dit kan worden geleerd en toegepast.

Lees onze andere onderzoeken

  • Lees meer over het onderzoek 'Kernwoordenschat van jonge kinderen met Downsyndroom'.

  • OASID een instrument voor de diagnostiek van autismespectrumstoornis in personen met een verstandelijke beperking en een visuele beperking of doofblindheid

    Wetenschap

    Lees meer over het onderzoek 'OASID, een instrument voor de diagnostiek van autisme spectrum stoornissen in personen met een verstandelijke beperking en een visuele beperking of doofblindheid'.

  • Ondersteunen van spel en sociale interactie tussen kinderen met een visuele beperking en goedziende leeftijdsgenootjes door middel van aangepast speelgoed

    Wetenschap

    Lees meer over het onderzoek 'Ondersteunen van spel en sociale interactie tussen kinderen met een visuele beperking en goed ziende leeftijdsgenootjes door middel van aangepast speelgoed'.